Zo is de laatste hele dag van ons verblijf in Muanda al bijna voorbij. Morgen hopen we naar Kinshasa te vliegen en vandaar door naar Brussel. We hebben voor de zekerheid maar even gebeld, zodat we dit keer niet weer vergeten worden in Muanda en het vliegtuig weer speciaal voor ons terug moet komen.
Vandaag is het werk begonnen aan het klasje voor de kleuterschool. Dit was opgebouwd in hout en bamboe, maar na een paar jaar gaven de wanden en het niet echt veel bescherming meer tegen de warmte en de regen. Nieuw bamboe en een nieuw bladerdak worden aangebracht, zodat de kleinsten, vanaf drie jaar, ook weer onder redelijke omstandigheden hun school carrière kunnen beginnen.
Bij de boerderijen worden maatregelen genomen tegen de gevolgen van erosie direct bij de huizen. In de met grond gevulde bakken langs het huis wil men bloemen zaaien om het geheel een wat vrolijker uiterlijk te geven. Ook hebben we gisteren onze traditionele investering in diverse zaden weer gedaan. Hopelijk zullen de tomaten, aubergines, uien, paprika’s en de Chinese kool het goed doen.
We zijn begonnen met een fotoverslag van het dagelijks leven van één van de kinderen van Abri de l’Esperance. We volgen Sintia van 13 jaar vanaf haar opstaan tot het naar bed gaan in haar werk in het huishouden, zoals koken, wassen, water halen enzovoort. We gaan samen naar school, ontmoeten haar beste vriendin en een deel van haar broers en zussen.
Ik denk dat we zo een mooie inkijk kunnen geven in het leven van een (wees-) kind in Muanda.
Zoals waarschijnlijk bekend, staat er in Nederland een container met een volledig ingericht (zonne-) energiestation klaar voor Muanda. Voor het transport van de container hebben veelbelovende gesprekken plaats gevonden met Perenco, een Franse oliemaatschappij die hier, ook sociaal, heel actief is. Zij hebben toegezegd zorg te willen dragen voor het inklaren en het transporteren van de container naar AE. Een mooie ontwikkeling met een toezegging die we vandaag of morgen ook op papier hopen bevestigd te krijgen.
Inmiddels kunnen we bijna zeggen: Mbasi, tot morgen.
Simon en Jozien